Zoeken
macbook air displaying woman in white shirt

Verslag expertmeeting ‘Op weg naar een nieuw eindexamen muziek’

Op maandag 26 juni vond de digitale expertmeeting ‘Op weg naar een nieuw eindexamen muziek’ plaats. VLS organiseerde deze bijeenkomst om zoveel mogelijk input van muziekdocenten te verzamelen over de invulling van het vernieuwde examenvak muziek.

Met het uitbrengen van het adviesrapport voor een nieuwe vakkenstructuur voor de kunstvakken in het vmbo, havo en vwo is de vernieuwing van het examenvak muziek pas net begonnen. De inhoud van deze nieuwe structuur moet namelijk nog worden vormgegeven. Tijdens de expertmeeting ‘Op weg naar een nieuw eindexamen muziek’ konden muziekdocenten uit het veld meedenken over die inhoud.

De bijeenkomst werd geopend met een presentatie van Melissa Bremmer en Joost Overmars, die namens VLS lid zijn van de SLO-werkgroep vakkenstructuur kunstvakken. Zij legden uit dat er binnen het nieuwe examenprogramma ruimte zal komen voor vakpraktijk, vaktheorie, kunstanalyse en ‘kunsten in context’. Deze eenduidige structuur, met één vak muziek voor alle niveaus, vervangt de huidige tweeledige structuur met muziek oude en nieuwe stijl.

Bremmer: “Ons advies draait echt alleen om de structuur van de kunstvakken in de bovenbouw, en de invulling van die structuur is nog open. Dat betekent dat er kansen liggen om ons vak opnieuw in te richten en met een frisse blik nog eens te kijken: wat willen we behouden en wat moet opgepoetst of aangevuld worden?”

De vijftig aanwezige muziekdocenten werden opgedeeld in een aantal subgroepjes, zodat binnen die groepjes alle deelnemers het woord konden voeren. De opdracht die daarbij centraal stond was het komen tot een ‘muziekcurriculum voor de bovenbouw waardoor we de leerling die muziek kiest optimaal in staat stellen de eigen muzikale wereld te verbinden met de wereld daarbuiten’.

Verhoudingen tussen de onderdelen

In de eerste breakout rooms-sessie ging het over de verhoudingen tussen de onderdelen vaktheorie, kunstanalyse en ‘kunsten in context’. Als het aan de werkgroep vakkenstructuur kunstvakken ligt, zijn deze onderdelen straks met elkaar verweven en worden het geen losse componenten. De vakpraktijk zal het belangrijkste gedeelte blijven innemen van het eindexamenvak, dat stond niet ter discussie.

Uit de gesprekken blijkt dat muziekdocenten in het theoriedeel pleiten voor een aanzienlijk deel vaktheorie (50-70%), tegenover een veel kleiner deel kunstanalyse en ‘kunsten in context’ (beide 10-25%). Als argument voerden zij aan dat vaktheorie gekoppeld moet worden aan de vakpraktijk, dat nog steeds het belangrijkste deel van het vak is.

Over kunstanalyse en ‘kunsten in context’ merkten docenten op dat leerlingen kunst (algemeen) en muziek op dit moment als twee losse vakken zien. Om dit in de toekomst te voorkomen is het belangrijk dat de kunst-inhoud aansluit bij de muziekpraktijk. Eén subgroepje zei door de kunstonderdelen zelfs “bedreigingen te zien voor de inhoud en tijd voor het vak muziek”. Over het geven van inter- en multidisciplinair kunstonderwijs binnen het vak muziek zei iemand: “Een docent Engels hoeft toch ook geen Duits of Chinees te geven?”

Een groot aantal docenten pleit ervoor om tussen de verschillende schoolniveaus te differentiëren, met een omvangrijker onderdeel theorie voor de vwo’er tegenover een groter praktijkdeel voor de leerling op het vmbo.

Vaktheorie

De tweede brainstormsessie ging over de inhoud van de verschillende onderdelen. Wat wordt straks verstaan onder vaktheorie, kunstanalyse en ‘kunsten in context’? En hoe gaat dat vorm krijgen?

Overmars: “Het huidige havo oude stijl-programma is eigenlijk een soort kaasschaaf die over het vwo-programma is heengegaan. Je kunt je ook afvragen of havo andere behoeftes heeft.”

Een subgroep kwam met een concreet voorbeeld van de wat hen betreft onzinnige ‘kaasschaafmethode’, namelijk het feit dat een havist tot drie kruizen en mollen moet kunnen lezen en een vwo-leerling zes. Waarom zou het voor een leerling lastiger zijn om drie voortekens meer te moeten lezen, als het principe van toonsoorten hetzelfde blijft? “Als je de kwintencirkel toch uitlegt, leer leerlingen dan gelijk tot zes voortekens te lezen”, aldus een docent.

Docenten waren het erover eens dat het vaktheoretische deel vooral relevant en betekenisvol moet zijn. Een aantal groepjes gaf aan voor een praktijkgerichte benadering van de vaktheorie te zijn, waarbij leerlingen stof leren die ze kunnen koppelen aan hun luister- en uitvoeringspraktijk. Het ging ook veel over de actualiteit van de theorie. “De vaktheorie moet relevant zijn en in historische context geplaatst worden. Dus niet alleen dodecafonie als los onderdeel behandelen, maar juist verbinden met de muziek van nu – dan wordt het pas interessant”, werd bijvoorbeeld gezegd.

De vaktheorie gaat in de nieuwe structuur een kleiner deel van het theoriedeel beslaan dan in de huidige muziek oude stijl het geval is. Het gevolg is dat er theorie-onderdelen geschrapt moeten worden. Solfège was daarbij een veel gehoord punt van discussie. Een aantal docenten is het niet eens met subdomein B1 uit het huidige examenprogramma, waarin staat dat leerlingen in staat moeten zijn om ‘onvoorbereid een melodie/melodiestuk [te] spelen’.

Kunstanalyse en ‘kunsten in context’

Kunstanalyse en ‘kunsten in context’ worden onderdeel van het theoriedeel bij alle kunstvakken, dus ook bij muziek. Kunstanalyse zal betrekking hebben op alle kunstdisciplines en zal een multidisciplinaire invalshoek als uitgangspunt krijgen. ‘Kunsten in context’ wordt multi- én interdisciplinair ingestoken en lijkt op het huidige kunst (algemeen).

Van het kunstanalysedeel vinden docenten dat deze “meer moet gaan over analyse op muziekgebied” en dat dit onderdeel “gegeven móét worden door muziekdocenten” (in plaats van kunstdocenten, red.). Een ander groepje zag een invulling voor zich waarbij “andere disciplines bekeken worden door een muziekbril”. “Een invulling waarbij gekeken wordt naar de overeenkomsten tussen verschillende disciplines, met het zwaartepunt op muziek.”

Over ‘kunsten in context’ zijn muziekdocenten het eens dat er binnen het onderdeel “genoeg ruimte moet blijven voor vakjargon en vaktheorie”. Een logisch gevolg daarvan is dat elke kunstdiscipline dan een andere variant van dit theorieonderdeel behandelt, zodat “leerlingen door een muzikale bril naar een andere kunstdiscipline kijken”. Docenten merken op dat het goed zou zijn om de westerse blik op kunsten in context kritisch te bekijken en te verbreden.

Tijdens de expertmeeting bleek onder docenten nog onduidelijkheid te zijn over het precieze verschil tussen kunstanalyse en ‘kunsten in context’. Ook vinden docenten het nog niet duidelijk wat binnen de nieuwe structuur het onderscheid gaat worden tussen een multi- en interdisciplinaire benadering.

Vervolg

Op basis van de uitkomsten van de expertmeeting komt VLS dit najaar met een visiedocument, dat richtinggevend zal zijn bij het vormgeven van het nieuwe examenvak muziek. Die inhoudelijke actualisering zal overigens nog even op zich laten wachten.

Bremmer: “Die inhoudelijke invulling wordt echt de taak van een vakvernieuwingscommissie. Nu is het zo dat die niet meteen van start gaat. Er worden nu eerst kerndoelen (voor de kunstvakken, red.) voor het primair onderwijs en voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs geformuleerd. Dat heeft momenteel voorrang, maar daarna wordt er gebogen over de inhoudelijke invulling van de structuur van die eindexamenvakken.”

Misschien vind je dit ook interessant

In memoriam: Jan van Rossem

Petitie: gezonde werkdruk vo!

Examendating: deze muziekdocenten zoeken jóú om te helpen beoordelen bij examenonderdelen