VLS vroeg Jos Herfs een ‘In memoriam’ te schrijven ter nagedachtenis aan Jan van Rossem (1932-2024).
Onze oud-collega Jan van Rossem is op tweede pinksterdag, 20 april 2024, in zijn woonplaats Bennekom overleden. In augustus zou hij 92 zijn geworden. Hoewel hij al geruime tijd geleden het onderwijs vaarwel had gezegd en pensioen genoot, was Jan tien jaar geleden nog prominent in Utrecht aanwezig bij de viering van de 65-jarige verjaardag van de VLS op zaterdagmiddag 5 april 2014. Hoewel onmiskenbaar ouder, was zijn helderheid en flair onverminderd gebleven.
Jan van Rossem bij de viering van 65 jaar VLS op HKU Utrechts Conservatorium op 05-04-14. Foto: Peter de Wit.
Jan van Rossem heeft gedurende zijn werkzame leven als musicus-leraar door zijn inzet, brede vakmanschap, wijsheid en de mens die hij was, veel betekend voor zijn leerlingen, studenten en talrijke vakcollega’s in de VLS. Hij heeft geschiedenis geschreven in de tweede helft van de vorige eeuw door zijn bijdragen aan de vernieuwing van de muziekpraktijk in het voortgezet onderwijs. Als opleider en begeleider van nieuwe muziekleraren inspireerde hij tot zijn pensionering generaties studenten Schoolmuziek (nu: opleiding Docent Muziek) in Utrecht, Arnhem en – als gastdocent – in Den Haag.
Jan van Rossem was een bevlogen musicus-pedagoog die uit eigen ervaring vrijwel alle toenmalige schoolsoorten voor leerlingen van twaalf tot achttien jaar van binnenuit kende. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden aan het grondvesten (samen met anderen) van het examenvak muziek in mavo, havo en vwo. En wat Jan betreft, had daar het toenmalige lager beroepsonderwijs ook nog wel bij gemogen.
Hij studeerde in Utrecht orgel en nadien Schoolmuziek en werkte aanvankelijk bij orgelmakerij J.C. Sanders & Zoon en op allerlei scholen, totdat hij in 1963 muziekleraar werd aan het Christelijk Streeklyceum in Ede, tegenwoordig CSG Het Streek, waar hij zo’n dertig jaar docent zou blijven. Het Streeklyceum werd zijn vaste honk en uitvalsbasis. Jan was een bouwer en zou dat heel zijn leven blijven. In het Streeklyceum bracht hij met zijn schoolkoor en -orkest een bloeiende muziektraditie op gang waarvan de concerten die hij daarmee gaf media-aandacht trokken. Hij startte op zijn school jaarlijkse adventsconcerten, meetellend voor de beoordeling van zijn leerlingen, een traditie die, getuige de beelden die ik ervan vond op YouTube, stand heeft gehouden tot op de dag van vandaag.
Jan blijft in mijn herinnering door de belangrijke rol die hij heeft gespeeld bij het slagen van het ‘Experiment Eindexamen Expressievakken’ (afgekort 3E). Vanaf het begin ondersteunde hij met raad en daad de muziekleraren van de deelnemende mavo’s en havo’s en vuurde hen aan bij de uitrol van het experimentele programma, waarin het leren door musiceren centraal stond. Hij reisde heel wat af tussen de scholen om in goed overleg met docenten en schoolleiders te komen tot een uitvoerbare en gezamenlijk gedragen leerlijn voor het nieuwe ‘examen’, volgens de opdracht van de staatssecretaris. Om de doelen van het programma te bereiken stonden leerrijke actieve werkvormen centraal waarmee leerlingen motiverende muzikale ervaringen opdeden, vooral via het zelf spelen, zingen en improviseren (muziek-maken). Het praktische leren musiceren was steeds verbonden met het verwerven van inzicht in muziek en muzikale contexten. Aan het einde van de experimenteerperiode 1971-1978 verzorgde hij de eindredactie van de rapportages over muziek (mavo in 1977 en havo in 1978 havo). Het verslag van de experimenteerperiode maakte helder wat er in korte tijd in de praktijk van de mavo- en havo-scholen of afdelingen aantoonbaar succesvol van de grond was gekomen. De staatssecretaris van Onderwijs was overtuigd van de kwaliteit van de aanpak en het veelbelovende resultaat.
Op basis van de ervaringen in mavo en havo ging het experiment in het vwo in 1981 van start. Een brede overheidscommissie hield toezicht op het uitvoeren van de opdracht. Het echte ontwikkelwerk werd gedaan door de subcommissie muziek, een hecht team onder leiding van Corrie Mehler-Janzen. Muziekdocenten Jacques Maassen, Jan van Lieshout en Jan van Rossem begeleidden de deelnemende vakdocenten bij de ontwikkeling van de ‘vwo-examenstof’ met betrekking tot de verschillende onderdelen van het examen en zij legden al bouwend en evaluerend de basis voor het programma van de vwo-examens muziek. Voorbeeldmateriaal voor de muziekles op het vwo werd gepresenteerd, besproken, beproefd en nader uitgewerkt. Uitgewerkte voorbeelden zijn, thematisch geordend en gekaderd, vastgelegd in een serie ‘witte’ boeken. Hierin werden de filosofie en aanpak van het ontwikkelde examenprogramma vwo-muziek (1985) gedocumenteerd ten behoeve van muziekdocenten en examenmakers. De concepten waren consciëntieus voorbereid door Jan van Rossem (de bouwer) en zijn grote vriend Jan van Lieshout (de schrijver), in de wandelgangen ‘Dubbele Jan’ geheten. Jan van Lieshout, gevormd door de ideeën van Theo Driessen, was docent geschiedenis en muziek aan het Carolus Borromeus College te Helmond. Jacques Maassen was muziekdocent op het Onze Lieve Vrouwe Lyceum in Breda, nadien voorzitter van de VLS, docent opleiding Schoolmuziek in Den Haag en directeur van de Nederlandse Beiaardschool te Amersfoort.
Jan van Rossem, vermoedelijk bij een VLS-studiedag, rond jaren ’80. Foto verkregen via René Meeuws.
De inhoud van de vwo-boeken is een aantal jaren later geactualiseerd en verbreed naar mavo en havo in 1993 door SLO uitgebracht in het Handboek Muziek Examenvak deel 1 en 2 (1994). De beide Jannen en bevriende collega’s uit het experiment hebben na de afronding van 3E hun productieve samenwerking op het gebied van het muziekonderwijs voortgezet, wat resulteerde in de uitgave van een VO lesmethode met doorlopende leerlijnen Muziek op Maat. Toen Jan van Rossem met pensioen ging, stopte hij met (bijna) alles: de school, het conservatorium en de muziekmethode. Het werk aan de methode is daarna nog lange tijd voortgezet door nieuwe generaties auteurs, maar net als het ‘oude’ examenprogramma muziek (1985) is de lesmethode uit de tijd gevallen en uit de markt verdwenen.
Nog een ander wapenfeit van ‘Dubbele Jan’ blijft in mijn herinnering. In het kader van de voorbereiding van de invoering van de ‘Basisvorming in het onderwijs’ (1985) heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid een serie werkdocumenten laten opstellen door onderwijsspecialisten van diverse vakken en denkrichtingen en deze gewogen. Het visiedocument van Jan van Lieshout en Jan van Rossem over muziekonderwijs met af en toe een licht badinerende toon werd door de WRR omarmd. Het no-nonsense werkdocument (WB-13, 1986) leidde ertoe dat het vak muziek zonder veel discussie gelegitimeerd werd als verplicht vak in de Basisvorming.
Jan van Rossem was actief in verschillende domeinen. Hij was niet alleen een groot muziekpedagoog, hij was ook een invloedrijk kerkmusicus in de Lutherse traditie als liturgisch geschoolde organist, cantor en dirigent. Na zijn pensionering in het onderwijs kwam de ‘bouwer’ weer in hem naar boven. Hij werkte samen met de kerkmusici Jan van Laar en Cor Lambooij nog geruime tijd aan een cursus van 21 modules voor de driejarige opleiding Kerkmuziek, gebaseerd op principes uit ‘Muziek op Maat’. Het begrip post-actief was niet aan Jan besteed. Vijfentwintig jaar leidde hij het Bachensemble van de Evangelisch-Lutherse kerk in Arnhem dat vier keer per jaar een Bachcantate uitvoerde. Tot zijn tachtigste bleef hij binnen zijn kerk muzikaal actief.
‘Muziek brengt mensen bij elkaar. Als je samen muziek maakt, leer je samenleven.’
Dit credo van Jan van Rossem vond ik als citaat in het boek Gerijpte jeugd van Inez van der Spek (2018), aanbevolen. Zij sprak tussen 2016 en het voorjaar van 2018 met acht oudere Gelderse kunstenaars. Dat heeft prachtig proza opgeleverd en (niet alleen literaire) portretten, waaronder een van Jan van Rossem.
Toen Jan op die mooie zaterdag in 2014 bij de viering van de 65-jarige verjaardag van de VLS zijn dankwoord sprak, betrok hij daarin bescheiden zijn maat Jan van Lieshout en al die mensen, die hij heeft mogen ontmoeten en met wie hij veel heeft meegemaakt. Muziek brengt mensen bij elkaar, maar Jan deed dat ook zelf. Op de feestmiddag voelde hij zich wat weemoedig en alleen. Het hechte team van het vwo-project met Corrie Mehler (Jan en ik waren bij haar begrafenis), Jacques Maassen (overleden in 2013) en Jan van Lieshout (overleden in 2010) was niet meer. En op tweede pinksterdag is nu ook de laatste Jan heengegaan. Dubbele Jan is definitief vertrokken. Een tijdperk is ten einde.
– Jos Herfs
- Herfs, J., Van Lieshout, J., & Van Rossem, J. (1994). Handboek Muziek Examenvak. SLO. ISBN: 9032916726.
- Van der Spek, I. (2018). Gerijpte jeugd: oudere Gelderse kunstenaars & kunstkenners over wat hen beweegt. Denken & Scheppen. ISBN: 978908291384.