Zoeken

Boekrecensie ‘De muzikale speeltuin’

Auteur: Mathieu Vulto

“Spelend leren en werken vanuit improvisatie opent deuren naar een nieuwe didactiek voor muziekonderwijs’. Door middel van een boek voor het PO en een boek voor de overgang en het gebruik met jongeren in het VO zetten Kevin Zwinkels en Stephanie Kramer een doorlopende leerlijn uit. De muzikale speeltuin bestaat dus uit een deel voor het primair onderwijs en een deel voor het voortgezet onderwijs. Ik concentreer mij op het deel voor de basisschool.”

‘De muzikale speeltuin’ leest als een handboek vol interessante tips en werkvormen uit de werkwijze van Vocal Leadership in School, zoals die op Codarts in Rotterdam gegeven wordt. De auteur Kevin Zwinkels beschrijft hoe je met je klas door middel van verschillende muzikale en buitenmuzikale werkvormen kan komen tot improvisatie. Daarnaast noemt hij het ‘pakken’ van leiderschap als een belangrijk onderdeel in die werkvormen. Kinderen in de klas kunnen bij de beschreven werkvormen ook het leiderschap overnemen.

In het eerste gedeelte van het boek gaat het over achtergronden om te komen tot improvisatie met de klas. Daarbij schrijft Zwinkels meestal in de ik-vorm. Hij schrijft vanuit zijn eigen ervaring, hoe hij kennismaakte met improvisatie tijdens zijn studie en in zijn eigen lespraktijk met zijn klassen kwam tot improvisatie. Hij beschrijft wat hem daarbij belemmerde of juist stimuleerde. In het tweede gedeelte geeft de auteur handreikingen en werkvormen die door studenten, groepsleerkrachten en/of vakleerkrachten kunnen worden uitgeprobeerd.

Boordevol werkvormen en tips maar enige oefening is vereist

Wat al snel duidelijk wordt, is dat de werkvormen stap voor stap en helder worden verwoord. Ook de tekeningen bij de begrippen verduidelijken, onder andere, de vocal painting signs op een toegankelijke manier. De werkvormen worden laagdrempelig aangeboden, waardoor ze tot een succeservaring zullen leiden. Door middel van een QR-code kom je bij enkele tracks uit, die je kan opzetten tijdens deze werkvormen.

De lezer zal al snel ervaren dat de werkvormen en de handgebaren oefening en studie nodig hebben. Dit zal in essentie nog niet aanwezig zal zijn bij groepsleerkrachten, pabo-studenten en zullen ook bij vakleerkrachten en docent muziekstudenten een uitdaging zijn. Een goede aanvulling zou een verzameling tutorials kunnen zijn op video, of inderdaad het volgen van een opleiding om het handzingen, het gebruik van vocal painting, steps, die in het boekje genoemd worden, ook daadwerkelijk correct te kunnen gaan toepassen.

Tijdens het doorlezen van ‘De muzikale speeltuin’ wordt duidelijk dat de doorgaande leerlijn vooral zit in de connectie tussen de twee delen, van PO naar VO. In het deel voor het PO wordt niet duidelijk hoe de doorgaande leerlijn van kleuters tot groep 7/8 verloopt. Met welke improvisatievormen start je bij kleuters en hoe bouw je deze vormen uit naar de bovenbouw? Welke vocal painting signs kun je toepassen bij de middenbouw? Het wordt dus aan de expertise van de (muziek-) docent overgelaten de leerlijn zelf op te bouwen. Daarbij zijn uiteraard de vele werkvormen prima toe te passen in de verschillende leeftijdsgroepen. Hoe je dat precies kan doen, is in dit deel nog niet duidelijk.

Een welkome aanvulling als naslagwerk

Samengevat is ‘De muzikale speeltuin’ voor het PO een handboek, gericht op het komen tot improviseren met basisschoolleerlingen. Er worden vele handreikingen, tips en voorbeelden aangeboden. Groepsleerkrachten en vakleerkrachten kunnen dit zeker goed gebruiken. Een training is daarbij een vereiste. Dit boek is een welkome aanvulling als naslagwerk. Een aanvulling van (audio-) visuele middelen, waarbij je de diverse werkvormen praktisch toegepast ziet in de werkpraktijk, zal het handboek toegankelijker maken, zodat het ook daadwerkelijk in de klas toegepast zal gaan worden.

Meer informatie en bestelmogelijkheid vind je op de website.

Misschien vind je dit ook interessant

Imke Driessen schreef een muziekmethode voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis

Arjaan Verheule: “Walgelijk positief”

Burgerschap in muziekonderwijs: 6 aanknopingspunten