Zoeken

Imke Driessen schreef een muziekmethode voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis

Imke Driessen (23) werkt op een theaterschool, geeft les in het speciaal onderwijs, op basisscholen en op een muziekschool. In 2022 maakte ze de opleiding Docent Muziek af aan het Conservatorium Maastricht. Dat deed ze met een zelfgeschreven muziekmethode, speciaal gericht op kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.

Tijdens de afstudeerfase van de opleiding Docent Muziek in Maastricht kun je als student kiezen voor een specialisatie. Er zijn twee hoofdrichtingen: Muziek in Kunsteducatie (MIK) en Orthopedagogische Muziekbeoefening (OMB).

“Ik koos ervoor om beide richtingen te volgen, maar ik merkte al snel dat OMB echt mijn ding is. In het derde jaar begon ik met een stage op een theaterschool, maar dat was het niet helemaal. Daarna kwam ik terecht bij een school met moeilijk opvoedbare kinderen. Dat vond ik heel erg leuk, omdat ik merkte dat die leerlingen gehecht aan je raken en heel erg aangaan op het gebruik van expressie. Als je iets theatraal brengt, dan spelen die leerlingen daar gelijk op in.”

Praatplaat

“In mijn vierde jaar liep ik stage op een school met kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Ik had daar een heel fijne stagebegeleider die mij een taalmethode liet zien, waarbij kinderen gebruikmaken van een praatplaat. Aan de hand van die praatplaat leren kinderen dan nieuwe woorden. Toen dacht ik: ik wil iets maken. Ik wil een eigen muziekmethode ontwikkelen die aansluit bij dat concept van die praatplaat.”

“Een van de afstudeeronderdelen bij Docent Muziek is het schrijven van een essay, vergelijkbaar met een scriptie of afstudeeronderzoek. Ik kreeg toen het idee om in mijn essay het ontwikkelproces te beschrijven van mijn eigen muziekmethode, en het te gebruiken als theoretische onderbouwing daarvan. Ik houd niet zo van stukken schrijven, dus ik dacht: op die manier kan ik zo snel mogelijk naar het creatieve toewerken.”

Liedjes

Terug naar de vierdejaarsstage. “Ik ging bij mezelf denken: wat zijn mijn behoeften bij het maken van een eigen methode en wat hebben de kinderen op mijn stageschool nodig? Dat bracht me al snel op het onderwerp ‘expressie’.”

“Toen ben ik liedjes gaan zoeken die daarbij aansluiten, zoals In ons huis klinken heel veel geluiden. Daarna ben ik ze gaan testen op verschillende kinderen. Hoe reageren ze op die liedjes? Wat werkt wel? En wat niet? Ik merkte zo al heel snel dat kinderen met TOS makkelijk inhaken op klankwoorden en geluidjes, die zijn namelijk gemakkelijk te herkennen. De dingen die werken schreef ik op en verzamelde ik om te verwerken in mijn eigen liedjes.”

Eén van de geslaagde liedjes die Imke naar aanleiding van haar vooronderzoek schreef, is Een liedje met gevoel (zie afbeelding). De leerlingen maken door middel van een praatplaat kennis met Sjang, Jip, Marij, Megen en Koos, en krijgen de vraag hoe deze personages zich voelen. Uiteindelijk leven ze zich, met het zingen van het liedje en het nadoen van de emoties, in dit vijftal personages in.

Bredere doelgroep

“Door middel van deze en mijn andere liedjes wordt de woordenschat van kinderen met TOS verrijkt. Als een kind niet op het woord ‘auto’ kan komen, moet het andere woorden vinden om een auto uit te leggen. Door het gebruik van zo’n praatplaat krijgt een kind met TOS meer handvatten om zich expressief te uiten. Vaak zijn kinderen met TOS naar binnen gekeerd omdat ze daar, door het gebrek aan woordenschat, moeite mee hebben.”

“De doelgroep van mijn methode beperkt zich zeker niet tot kinderen met TOS. De opleiding wilde heel graag dat ik die koppeling met TOS maakte, maar als ik het zelf voor het zeggen gehad had dan had ik dat er niet opgezet, dan stond er ‘voor alle kinderen’ op de voorkant van mijn methode.”

“Zelf gebruik ik mijn methode eigenlijk weinig, veel te weinig. Dat komt eigenlijk door een angst om mijn eigen liedjes te gebruiken. Stel dat ik een keer een les geef die niet lekker gaat en ik heb in die les een eigen liedje gebruikt, dan ben ik bang dat ik ga denken: oe, zou dat door mijn lesgeven komen of komt dat misschien komen door mijn eigen liedje? Het gebruik van mijn eigen methode voelt dan ook superkwetsbaar.”

Methode

Uiteindelijk heeft Imke haar methode, die de titel Ik expres-zie wat jij niet ziet! draagt, laten drukken als hardcover. Wie goed naar de voorkant kijkt, ziet dat de vele mooie tekeningen in het boek en de praatplaat gemaakt zijn door Christel Driessen. Dat moet haast wel familie zijn, toch?

“Mijn moeder heeft die tekeningen gemaakt! Dat was heel leuk, iets minder leuk voor mijn moeder, want ik kwam er heel laat mee, haha. Die heeft dat dus heel snel moeten doen. Voor mij was die samenwerking met mijn moeder wel heel fijn, want ik kon telkens bij haar terugkomen als ik merkte dat iets niet goed werkte bij de kinderen. Dan vroeg ik of ze wat aanpassingen kon doen en vervolgens kon ik die aanpassingen weer uitproberen in de praktijk.”

Eigen lespraktijk

Imke gebruikt haar methode dan niet letterlijk, maar je zou kunnen zeggen dat deze al integraal verweven zit in haar manier van lesgeven. “Overal waar ik lesgeef probeer ik expressie centraal te stellen. Dat komt terug in beweging, in zang, in emotie tijdens het lesgeven en in de manier waarop ik kinderen aanspreek. Ik doe ook veel met belevingsgerichte muziek, zoals de methode Dansspetters dat ook doet. Ik zal nooit tegen een leerling zeggen: we gaan nu een zangoefening doen en die werkt zo. Nee, ik gebruik het fysieke altijd als vertrekpunt.”

“Bij een zangoefening vertel ik de leerlingen bijvoorbeeld dat ze een ballon zijn. Een slappe ballon die ze eerst moeten opblazen. Muziek en technieken koppel ik aan tekeningen, beelden en verhalen die zo dicht mogelijk bij de beleving van de kinderen liggen.”

Kopen?

Het boek en de praatplaat staan dus op papier, maar voor je naar de winkel rent: ze zijn nog niet te koop. “Ik heb ’m nog niet uitgebracht. De methode staat niet te koop, omdat ik het als eerste testdruk zie. Het plan dat bij mijn productgesprek (het gesprek ter afstuderen n.a.v. je eindproduct, red.) ontstond was dat ik mijn methode door mensen in het veld zou laten gebruiken. Dan zouden er reacties op komen en dan kon ik het aan de hand daarvan herschrijven en daarna de definitieve versie uitbrengen. Dat is er tot nu toe nog niet van gekomen, maar het is wel iets dat ik in de toekomst heel graag zou willen doen.”

“De liedjes in Ik expres-zie wat jij niet ziet! heb ik ook niet opgenomen, maar dat heeft een andere reden. Ik ben namelijk heel erg voorstander van je eigen instrument pakken, gaan zitten en lekker zélf zingen. En dat geldt voor elke doelgroep, dat is zoveel beter dan een liedje aanzetten op het bord en zeggen: ‘kijk en luister maar’. Ik kan wel iets gaan inzingen, maar emotie komt pas over als je zelf gaat zingen en mimiek en expressie gebruikt. Al ben je groepsleerkracht en vind je zelf dat je amper kan zingen, doe dat alsjeblieft tóch. Dan ontstaat pas de band tussen leerkracht en leerling.”

Ken of ben jij iemand die een inspirerend afstudeeronderzoek gedaan heeft voor een Docent Muziek-opleiding? Stuur een mail naar lars@vls-muziekdocenten.nl.

Misschien vind je dit ook interessant

Arjaan Verheule: “Walgelijk positief”

Burgerschap in muziekonderwijs: 6 aanknopingspunten

Hoe kom je tot vakintegratie vanuit muziek in het basisonderwijs?