Vanuit lokaal 301 op het Dalton College in Voorburg schrijft Arjaan Verheule regelmatig een blog voor VLS.
Nadat een stagiaire van me was afgestudeerd kreeg ze een betrekking bij een school vlak buiten de Randstad. Muziek werd in de onderbouw gegeven.
Het lokaaltje waarin dit gebeurde was een soort torenkamer boven de gymzaal van de school. Het dak lekte en ze had een tiental keyboards en wat trommels.
Een paar keer per jaar werden er toetsen afgenomen in de gymzalen onder het lokaaltje en moest ze in een ander lokaal muziek geven, vanwege de overlast. “Joh, dan ga je toch lekker met ze zingen… of ritmes klappen.”
In het natuurkunde lokaal werden intussen hydraulische zuilen geplaatst, die, als er een kippenbotje verbrand moest worden, of een erlemeijer moest worden opgewarmd, uit het plafond naar beneden zakken, zoals de steun pilaren van de Apollo 13. Er werden douches geplaatst, voor als je salpeterzuur in je onderbroek krijgt, fancy werkbladen geïnstalleerd, met gaskranen, nieuwe witte jassen en brillen aangeschaft, kortom alles om de productie van partydrugs op grote schaal mogelijk te maken. Die sectie werd nooit verplaatst met de mededeling: “ Joh, dan ga je toch gewoon het licht aan en uit knippen…” Zie je ooit leerlingen basketballen in het wiskundelokaal? En ongeveer driekwart van mijn muziekdocent-collega’s overkomt dit wel eens… of regelmatig.
In 2 VMBO-T zat bij mij een jongen, laten we hem Brahim noemen, die gefascineerd werd door de piano. In de pauze vroeg hij of hij op de piano mocht komen spelen. We hebben zat piano’s dus er was er altijd wel eentje vrij. Hij zette zijn telefoon op de lessenaar en begon met youtubefilmpjes mee te spelen. Je kent ze wel. Het zijn een soort videospelletjes, waarbij je een toetsenbord ziet en waarin de nootjes in lijnen naarbeneden vallen. Als de lijn de toets raakt moet je hem spelen. Zo leer je de gekste deuntjes online spelen.
Ik liet hem elke pauze binnen. Ook in de lessen deed hij eerst zijn opdracht, waarna hij snel een keyboard of piano opzocht om daar te gaan oefenen.
Hij werd steeds beter en ik mocht de progressie van dichtbij volgen. Hij leerde klassieke stukken via filmpjes, maar kwam wel tot de conclusie dat hij misschien niet voldoende had aan alleen de filmpjes. Mijn collega zocht een pianolerares op en zijn vaardigheden namen een vlucht. Elke dag hoorde ik hem beter worden. En toen ik vanuit het huis van mijn net overleden moeder een CD-box, nog in het cellofaan, van Chopin voor hem meebracht ontroerde zijn welgemeende dank mij enorm.
Vorig jaar kreeg ik van de ouderraad een bijdrage om een elektrische vleugel te kopen. We zochten een mooie uit en op de dag dat hij werd geleverd was Brahim er ook bij. De vleugel was nog maar net door de bezorgers in elkaar gezet of hij zat er al achter. De eerste muziek uit de vleugel was schitterend. Wat kan deze jongen intussen spelen! En hij was in zijn nopjes. Dit instrument zorgde ervoor dat hij nog mooier ging spelen. Vanaf die dag is hij – en een aantal andere getalenteerde pianisten – niet meer uit mijn lokaal te slaan. Ze vinden het zo’n inspirerend instrument dat ze nog meer erop willen oefenen en spelen.
Een inspirerend, goed ingericht muzieklokaal met mooie instrumenten is net zo essensieel voor muziekonderwijs als de touwen in een gymzaal en de gasbranders bij natuurkunde.
Heb je dat niet? Dan wordt het tijd voor een klapspelletje met de directie…
Lees hier meer over de eisen en richtlijnen voor een goede muzieklokaal.